Artikels
In Memoriam Rob HordijkMiddentoonstemmingenMoeder van alle kunstmatige galmenVoetmaten en harmonischenDe TijdmachineOrgelmixturenApollo III carillon-computerIntroductie DX7!Een FM-klokkensynthese t.b.v. een beiaardstudieklavierAkoestische muziekinstrumenten, een beknopte sonologische verkenning't Hijgend HertWerner Kaegi's VOSIM Vele identiteiten van een simpele S&H PLL synthSynth zingtSounds met soulSoundistan of KlangreichSerendipity, Pitch TrackerVan Ringmodulator tot MultiplierResonantiesnarennagalmAll pass, flexibel gereedschap: vibrato, leslie, phasing, delayOver sinustonen, formanten, spraakvocalen en zangOndes MartenotOld school sequencingPlucked StringModale Synthese: Mallet instrumentsMaak 's een buigingHet automatisch speelwerkGranulaire SyntheseFoekepot! Doumbek!Flip Flop FoSyn-OscillatorDe interactie in Physical ModelsEen cybermuzikant, een strijkstok en een snaarEen andere kijk op filtersDoppler PannerElektronisch orgelKoperblaasinstrumentenBedrieglijke boventonenModale Synthese: Mallet instruments
De traditionele klanksynthesemodellen beogen direct en onafhankelijk van elkaar de wezenlijke klankkwaliteiten als toonhoogte, klankkleur en luidheid dynamisch te besturen. Het mooie van deze traditionele synthesemodellen aan de ene kant, de onafhankelijkheid van toonhoogte, klankkleur en luidheid, vormt aan de andere kant de grootste handicap. Zeker als je beoogt virtuele varianten te bouwen van exemplaren uit de echte be-grijpelijke werkelijkheid.Bij de reële mechanisch-akoestische instrumenten zijn de genoemde klankkwaliteiten altijd aan elkaar gekoppeld. De real time controlling bij het bespelen -harder slaan/blazen, langzamer of sneller strijken- heeft dan ook steeds invloed op meerde kenmerken van de resulterende klankoutput. Zo heeft het harder aanslaan van een pianosnaar tot gevolg dat de trillingswijze van de snaar complexer wordt: meer boventonen, de klankkleur verandert zodoende, ook de luidheid neemt toe omdat de uitwijking van de trilling, de amplitude groter wordt. Harder blazen op een fluit resulteert in dezelfde kenmerken met daarbij nog eens een min of meer lichte toonhoogte modulatie omdat de periodiciteit van de trillende luchtkolom stijgt.